Uit onderzoek blijkt dat voetgangers sneller zijn gaan lopen en minder tijd op straat doorbrengen. De betekenis van deze bevindingen voor stadsplanning en de rol van smartphones in deze veranderingen.
Een groep onderzoekers heeft kunstmatige intelligentie gebruikt om te openbare onderzoeken of voetgangers hun gewoonten de afgelopen decennia hebben veranderd. Het onderzoek, dat onlangs is gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences, levert interessante gegevens op. De belangrijkste conclusies: we lopen sneller en brengen minder tijd op straat door.
Meer bepaald is de loopsnelheid met 15 % gestegen tussen 1980 en 2010, terwijl het aantal mensen dat in openbare ruimtes verblijft in diezelfde periode met 14 % is gedaald.
Om tot deze conclusies te komen, hebben de onderzoekers machine learning-tools gebruikt om opnames uit de jaren 80 te bestuderen die in Boston Philadelphia en New York door de bekende stedenbouwkundige William H. Whyte. Vervolgens vergeleken ze deze met recentere video’s die op dezelfde locaties waren opgenomen.
“De openbare ruimte is een onvermijdelijke ruimte. Ze dwingt ons om zonder filters met andere mensen in contact te komen, wat sociale conflicten in de hand werkt. In een tijdperk van polarisatie is het een van de laatste bastions van democratisch samenleven, een thema dat we verder zullen uitdiepen tijdens de Architectuurbiënnale van Venetië in 2025, die ik leid”, zegt professor Carlo Ratti van het MIT en medeauteur van het onderzoek in een gesprek met TN Tecno, verwijzend naar de bijeenkomst die in november in deze Italiaanse stad zal plaatsvinden.
“We lopen het risico dat het openbare leven wordt beperkt tot algoritmische comfortzones”
Ratti, die ingenieur, architect en stedenbouwkundige is, stelt dat “we veranderingen zien in het gebruik van openbare ruimtes” en dat deze ruimtes, afgezien van nieuwe trends, belangrijker zijn dan ooit tevoren. “Naarmate ons leven zich steeds meer naar het internet verplaatst, bestaat het reële gevaar dat het openbare leven opgesloten raakt in algoritmische comfortzones, waar we ongemakken negeren en meningsverschillen verzwijgen”, zegt hij.
De expert merkt op dat dit onderzoek gebaseerd is op het werk van de eerder genoemde White, die stadstaferelen filmde met een Super 8-camera. “Zoals we in ons artikel hebben aangetoond, stellen AI en digitale tools ons nu in staat om duizenden uren aan audiovisueel materiaal in enkele seconden te analyseren. Hierdoor kunnen we voor het eerst de schaal vergroten. We kunnen begrijpen hoe mensen zich bewegen, samenkomen en met elkaar omgaan in openbare ruimtes, en met deze kennis kunnen we betere ruimtes ontwerpen. Ruimtes die uitnodigen tot communicatie, niet tot isolatie”, merkt hij op.
Verandering van gewoonten in steden: kunnen de conclusies van het rapport op grotere schaal worden toegepast?
Volgens Ratti onderzoeken ze niet alleen hoe de gegevensverzameling kan worden uitgebreid naar andere geografische gebieden, maar ook hoe seizoenen en het klimaat van invloed zijn op het gebruik van de openbare ruimte, een gebied dat “opmerkelijk weinig bestudeerd is vanwege een gebrek aan gegevens”.
Arianna Salazar Miranda, een onderzoeker aan de Yale University die aan het onderzoek heeft meegewerkt, vertelt dat de analyse met behulp van AI weliswaar gericht was op drie steden in de VS, maar dat ze werken aan uitbreiding naar andere plaatsen in de wereld. “Het doel is om te begrijpen hoe deze patronen veranderen (of niet veranderen) in verschillende culturele en stedelijke contexten, vanuit een geografisch perspectief in plaats van een tijdsperspectief”, zegt ze.
– Worden de conclusies van het onderzoek (bijvoorbeeld dat openbare ruimtes nu eerder een route zijn dan een “bestemming” op zich) weerspiegeld in wat er op digitale platforms gebeurt?
– Misschien beïnvloeden nieuwe technologieën ons door onze aandacht af te leiden van onze omgeving. Om dit te onderzoeken, hebben we een kunstmatig zichtsysteem getraind om het gebruik van mobiele telefoons in videoclips te herkennen. In de jaren 80 leek het gebruik ervan erg laag (dit was lang voor de komst van smartphones). Zelfs in de jaren 2010 vonden we relatief lage cijfers: slechts 1% tot 8% van de voetgangers lijkt een telefoon te gebruiken. Hoewel technologieën mogelijk bijdragen aan het verval van het sociale leven, is dit waarschijnlijk geen volledige verklaring.
– Wat zijn de volgende stappen in dit onderzoek?
– Momenteel werken we aan projecten die zich richten op het gebruik van de openbare ruimte in verschillende landen. Een van de belangrijkste vragen die we ons stellen, is of openbare ruimtes een ‘smeltkroes’ zijn voor mensen van verschillende leeftijden, geslachten en inkomens, of dat het gebruik ervan verschilt naargelang de culturele en stedelijke context.
Naast Ratti en Salazar Miranda zijn onderzoekers van de Universiteit van Hongkong, Michigan State University en Harvard University medeauteurs van het onderzoek.
Aangezien de deskundigen van plan zijn hun methode in andere steden toe te passen, stellen zij dat het erom gaat te leren werken op grotere schaal. Daartoe zijn zij van plan onderzoek te starten in 40 Europese steden, in de wetenschap dat meer kennis over nieuwe gewoonten het mogelijk zal maken de belangrijkste behoeften op het gebied van stadsplanning in kaart te brengen.