Een bronzen vat dat zeven decennia geleden werd ontdekt in een Grieks heiligdom in Paestum, Zuid-Italië, bevatte een residu waarvan de aard wetenschappers al jaren voor een raadsel stelt. Met behulp van moderne analysetechnieken heeft een onderzoeksteam nu bevestigd dat het om een substantie gaat die destijds waarschijnlijk als heilig offer werd gebruikt. Het heiligdom, dat in 1954 werd opgegraven, bevond zich in een oude Griekse kolonie in de buurt van Pompeii en werd gedateerd rond 520 voor Christus. Binnen vonden archeologen verschillende bronzen vaten naast een leeg ijzeren bed. Een van deze vaten bevatte een dichte, oranje gekleurde substantie, waarvan de exacte samenstelling tot nu toe niet kon worden vastgesteld.
Een offer dat de tijd overleefde
Decennialang werd door verschillende analyses de hypothese verworpen dat het om honing ging en werd in plaats daarvan gedacht aan besmette dierlijke of plantaardige vetten. Het team onder leiding van Luciana da Costa Carvalho van de Universiteit van Oxford heeft het residu echter opnieuw onderzocht met behulp van gaschromatografie-massaspectrometrie en onthulde een chemische signatuur die overeenkomt met moderne honing en bijenwas.
Onderzoek heeft de aanwezigheid van eenvoudige suikers zoals hexose en sporen van koninginnengelei aangetoond, wat de theorie versterkt dat de oorspronkelijke inhoud vloeibare honing was. De zuurgraad in het residu wordt toegeschreven aan de afbraak van de suikers door de eeuwen heen, een proces dat ook de interactie met het koper in de pot heeft beïnvloed.
De rituele en symbolische betekenis van de honing
De context waarin de vaas werd gevonden (samen met zes hydriai, twee amforen en een leeg bed) suggereert dat de ruimte een religieus karakter had. Onderzoekers interpreteren het honingoffer als een symbool van onsterfelijkheid en goddelijkheid, elementen die geassocieerd worden met bepaalde Griekse godheden.
“Het lege bed en de ontoegankelijkheid van het heiligdom geven aan dat de godheid aanwezig was,” leggen de auteurs van het onderzoek uit. Deze interpretatie komt overeen met de bekende toepassingen van honing in de oudheid, waar het werd gebruikt voor rituele, medische en cosmetische doeleinden. Het onderzoek, gepubliceerd in het Journal of the American Chemical Society, laat zien hoe archeologische resten complexe chemische ecosystemen kunnen zijn. “Door ze te bestuderen kunnen we begrijpen hoe deze stoffen in de loop der tijd zijn geëvolueerd,” zegt da Costa Carvalho, die benadrukt dat deze analyses ook gebruikt kunnen worden voor toekomstig onderzoek naar microbiële activiteit in de oudheid.